Rp_0486-4700_2018_060_004_covr
Rss

Res Publica

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 4, 2009 Alle samenvattingen uitklappen
Article

Access_open Hoe populistisch zijn Geert Wilders en Rita Verdonk?

Verschillen en overeenkomsten in optreden en discours van twee politici

Trefwoorden populism, Netherlands, discourse, Geert Wilders, Rita Verdonk
Auteurs Koen Vossen
SamenvattingAuteursinformatie

    In the Netherlands, the rise of new parties such as the Lijst Pim Fortuyn, the Partij voor de Vrijheid, lead by Geert Wilders and the movement Trots op Nederland, lead by Rita Verdonk, have attracted much attention. In an attempt to interpret and explain the (temporary) advance of these parties, both commentators and political scientists have often used the notion of populism. In most commentaries however, it remains unclear what the term exactly means and whether it has any explanatory value. The aim of this article is to investigate whether Rita Verdonk and Geert Wilders and their movements may actually be labelled as populist. By discerning the presence of the features of an ideal-typical populism in discourse and performance of both politicians their ‘degree of populism’ is measured. The differences in degree of populism also helps to explain why Geert Wilders and his party proved (thus far) more successful and durable.


Koen Vossen
Koen Vossen (1971) is universitair docent Nederlandse politiek Instituut Politieke Wetenschap, Universiteit Leiden. In 2003 is hij gepromoveerd op een proefschrift getiteld Vrij vissen in het Vondelpark. Kleine politieke partijen in Nederland 1918-1940 (Wereldbibliotheek 2003). Zijn belangstelling gaat vooral uit naar protestpartijen en populisme in de Nederlandse politiek in heden en verleden.
Article

Access_open Subnationale overheden in governance voor duurzame ontwikkeling

Inter-subnationale netwerken als route voor Vlaanderen naar multilaterale besluitvorming?

Trefwoorden governance for sustainable development, Multi-Level Governance, networks, subnational entities, multilateral decision-making, Flanders
Auteurs Sander Happaerts, Karoline Van den Brande en Hans Bruyninckx
SamenvattingAuteursinformatie

    Although subnational entities play an important role in governance for sustainable development, they are often not recognized as decision-making actors in multilateral bodies, where an important part of the policy debate takes place. Adopting a Multi-Level Governance perspective, this article presents four alternative routes they can use to be involved in multilateral decision-making. It further zooms in on inter-subnational networks, an application of one particular route, called the direct route. Inter-subnational networks are associations between subnational entities based upon common interests. They have both external and internal objectives. On the one hand, they want to represent their members at multilateral organizations and influence decisionmaking. On the other hand, they are aimed at fostering cooperation between their members and at stimulating policy learning. This article focuses on the participation of Flanders in two networks in the area of sustainable development: nrg4SD and ENCORE. Flanders is an interesting case because of its exceptional degree of autonomy. The analysis concludes that Flanders is mainly (but not exclusively) interested in the internal dimension of the networks. It further reveals a low political involvement, which seems due to the subject of sustainable development itself.


Sander Happaerts
Sander Happaerts (1983) is doctoraatsonderzoeker aan de Katholieke Universiteit Leuven en onderzoeker bij het Steunpunt Duurzame Ontwikkeling (2007-2011). Hij onderzoekt het duurzameontwikkelingsbeleid van subnationale overheden en bekijkt daarbij het Vlaamse beleid in comparatief perspectief.

Karoline Van den Brande
Karoline Van den Brande (1983) is doctoraatsonderzoekster aan de Katholieke Universiteit Leuven en onderzoekster bij het Steunpunt Duurzame Ontwikkeling (2007-2011). Haar onderzoek focust op de betrokkenheid van Vlaanderen bij multilaterale besluitvorming inzake duurzame ontwikkeling in de VN, de OESO en de EU.

Hans Bruyninckx
Hans Bruyninckx (1964) doctoreerde aan Colorado State University met een specialiteit in International Environmental Politics. Daarna werkte hij aan het Hoger Instituut voor de Arbeid (Katholieke Universiteit Leuven) en aan de Wageningen Universiteit, Nederland. Sinds 2005 is hij professor internationale betrekkingen en internationaal milieubeleid aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven. Zijn huidig onderzoek focust op de invloed van globaliseringsprocessen op mondiaal milieubeleid en duurzame ontwikkeling, op de rol van de EU in internationaal milieubeleid en op het milieubeleid van China. Hans Bruyninckx is ook promotor-coördinator van het Steunpunt Duurzame Ontwikkeling (2007-2011).
Article

Access_open EPA’s: Welkome stimulans voor samenwerking of mogelijke bron voor desintegratie?

De perceptie van de Oost-Afrikaanse politieke elite

Trefwoorden European Union, EU external policy, EPAs, regional integration, external images
Auteurs Sarah Delputte
SamenvattingAuteursinformatie

    This article addresses the controversial impact of the Economic Partnership Agreements (EPAs) between the European Union (EU) and its former colonies in Africa. The policy turn of the EU goes along with a sharp debate in which the EU portrays itself as a friend of the development countries while NGOs depict the Union as a wolf in sheepskin. Both sides defend strong arguments in favour and against EPAs. But how do the ACPs themselves look at the EPAs? By scrutinizing the images of ACP representatives we go beyond the polarised EPA debate. More specifically, the article deals with the question whether EPAs will stimulate or hinder regional integration in Eastern Africa. First, we summarize the diverging positions in the academic debate on this issue, structured around three dimensions: the impact of the EPA negotiation process, the consequences of implementation of these agreements, and the EU’s putative normative objectives in this area. Second, we explore each of these dimensions by analyzing the perception from Eastern African policy-makers on the basis of semi-structured interviews and a survey questionnaire. Researching the external perception of the EU’s policies provides an alternative way to gauge the possible consequences of EPAs on regional integration in Eastern Africa. The final section contains some tentative conclusions, which suggest that the view of East African diplomats is largely in line with the more ‘positive’ EU discourse, while parliamentarians make a more ‘negative’ assessment of the impact of EPAs for regional integration. In addition, members of the East African Community are more convinced of beneficial effects of EPAs on regional integration. The article ends with some explanations for these findings and some orientations for further research.


Sarah Delputte
Sarah Delputte (1984) werkte als stagiaire bij de Europese Commissie en startte in oktober 2009 een VLIR-UOS doctoraatsonderzoek aan de Universiteit Gent naar de externe perceptie van de Europese Unie in Afrika.
Essay

Access_open Als burgers het heft in eigen handen nemen: van representatieve naar doe-het-zelf democratie

Auteurs Mark van Twist, Martijn van der Steen en Philip Marcel Karré
Auteursinformatie

Mark van Twist
Mark van Twist (1966) is hoogleraar Bestuurskunde, in het bijzonder bestuurs- en beleidsadvisering in publiek-private context, aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Daarnaast is hij decaan en bestuurder van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur en buitengewoon lid van het College van de Algemene Rekenkamer. Mark van Twist doet onderzoek naar veranderingen op het grensvlak van overheid en bedrijfsleven. Zijn onderzoek richt zich op publieke en politieke advisering, strategisch management bij de overheid, ketenregie, vraagsturing, publiek ondernemerschap, publiekprivate samenwerking (PPS), verzelfstandiging & marktwerking en alliantievorming, zowel op het gebied van telecommunicatie, transport en energie, maar evenzeer op het terrein van onderwijs, zorg en welzijn.

Martijn van der Steen
Martijn van der Steen (1977) is codecaan en adjunct-directeur van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur in Den Haag. Hij is directeur van de denktank van de NSOB, waarin wetenschappelijk onderzoek en reflectie op praktijken uit het openbaar bestuur plaatsvindt. Hij houdt zich in zijn onderzoek bezig met de sturing van complexe netwerken, beweeglijke grenzen tussen publiek en privaat, strategievorming bij overheidsorganisaties, toekomstgerichte beleidsontwikkeling en de professionalisering van overheidsfunctionarissen.

Philip Marcel Karré
Philip Marcel Karré (1978) is als senior onderzoeker en leermanager verbonden aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Hij maakt daar deel uit van de denktank van de NSOB, als een van de kernonderzoekers in het onderzoeksprogramma Governance op de grens tussen overheid, markt en middenveld. Daarnaast werkt hij onder begeleiding van prof. dr. Roeland J. in ’t Veld en prof. dr. Jaap J. Boonstra aan een promotieonderzoek naar de governance van hybride organisaties in de Nederlandse afvalsector.
Symposium

Access_open Vrouwen in de Wetenschap

Auteurs Catherine de Vries, Barbara Vis, Jan Beyers e.a.
Auteursinformatie

Catherine de Vries
Catherine de Vries (1978) is universitair docent Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Haar onderzoek naar stemgedrag, publieke opinie, politieke partijen en Europese politiek is verschenen in gerenommeerde politicologische tijdschriften als Electoral Studies, European Journal of Political Research, European Union Politics en Party Politics. Momenteel onderzoekt Catherine met behulp van een Veni beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek de invloed van mediaberichtgeving en partijstandpunten over Europese integratie op de keuzes van kiezers in nationale verkiezingen in vijf West-Europese landen.

Barbara Vis
Barbara Vis (1979) is universitair docent Vergelijkende Politicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij heeft gepubliceerd in gerenommeerde tijdschriften als European Journal of Political Research, Journal of Theoretical Politics, Journal of European Social Policy en Policy & Politics. In 2010 verschijnt haar boek Politics of Risk-Taking bij Amsterdam University Press. Een Veni beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (beurs no. 451-08-012) financiert Barbara’s onderzoek.

Jan Beyers
Jan Beyers (1968) is Hoogleraar Politieke Wetenschappen en Directeur Onderzoeksgroep Internationale en Europese Politiek, Universiteit Antwerpen. Zijn onderzoek situeert zich op het brede terrein van politieke instituties, meer bepaald Europese instituties en multilevel governance. Momenteel begeleidt Jan een onderzoek over hoe functionele en territoriale belangen zich aanpassen aan meerlagige politieke opportuniteitsstructuren. Dit project wordt gefinancierd door het Odysseus-programma van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen.

Marieke van den Brink
Marieke van den Brink (1978) is postdoc researcher 'Gender in Organisaties' aan de Nijmegen School of Management, Radboud Universiteit Nijmegen. Haar onderzoeksgebied is de werking van gender en diversiteit in organisaties, in het bijzonder werving en selectiepraktijken, weerstanden tegen diversiteitsbeleid en de werking van netwerken.

Joyce Outshoorn
Joyce Outshoorn (1944) is politicologe en hoogleraar vrouwenstudies aan de Universiteit en verbonden aan Instituut Politieke Wetenschap. Haar onderzoek richt zich op vrouwenbewegingen, emancipatiebeleid, abortus en prostitutie.

Sandra van Thiel
Sandra van Thiel (1968) is universitair hoofddocent bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) en van 2004-2008 zakelijk directeur van de Nederlandse Onderzoeksschool voor Bestuurskunde en Politicologie (NIG). Haar onderzoek betreft de verzelfstandiging van overheidsorganisaties, in Nederland en andere landen.

Sandra Groeneveld
Sandra Groeneveld (1972) is universitair docent bestuurskunde aan de EUR en per 2009 zakelijk directeur van NIG. Sandra geeft onderwijs in kwantitatieve methoden en technieken van onderzoek en HRM. Haar onderzoek is gericht op vraagstukken rond arbeid, organisatie en management in de publieke sector, in het bijzonder diversiteit.
Book Review

Access_open De valkuilen van interactief bestuur

Auteurs Maarten Loopmans
Auteursinformatie

Maarten Loopmans
Maarten Loopmans (1975) is professor sociale geografie aan het departement Aard- en Omgevingswetenschappen, Katholieke Universiteit Leuven en STeR*-Stedenbouw en Ruimtelijke Planning, Erasmus Hogeschool Brussel.