DOI: 10.5553/BenM/138900692020047001005

Beleid en MaatschappijAccess_open

Dossier

‘Old boys networks’ in het lokale politieke bestuur

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Samenvatting Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Dr. Maria Kranendonk. (2020). ‘Old boys networks’ in het lokale politieke bestuur. Beleid en Maatschappij (47) 1, 54-62.

    The man-woman ratio in municipality councils in the Netherlands varies tremendously. Why does local politics attract women in some municipalities but not in other? The author attempts to answer this question by conducting interviews with municipality clerks and female council members of municipalities where the man-women ratio is even and municipalities where men are in the overwhelming majority. Additionally, the author conducts seven in depth interviews with former local and regional politicians about their motives to quit. Based on the interviews the author concludes that the political culture varies locally, making feel women more or less welcome. Sexist comments were mentioned several times, more often coming from respondents who worked in councils where men were in the majority. Finally, the balance between work, local politics and family life was often mentioned as a major hurdle for young parents (both men and women) for becoming or staying politically active. The author suggests to explore ways to change the political culture, to combat sexism and to find ways to reduce the workload in order to create more equal access to the local political arena.

Dit artikel wordt geciteerd in

    • Inleiding

      “Ze willen jongere mensen, maar de last van het gezinsleven willen ze er niet bij”. Is de politiek na 100 jaar stemrecht voor vrouwen ook inclusiever geworden? Of moeten vrouwen alsnog opboksen tegen ‘old boys networks’ om politieke invloed uit te oefenen? We weten, ook uit de andere bijdragen aan dit special issue dat een gelijke vertegenwoordiging van vrouwen van cruciaal belang is. Dit is bijvoorbeeld van belang zodat ook de belangen van vrouwen goed gehoord worden binnen de politiek en omdat een gelijke vertegenwoordiging bijdraagt aan de legitimiteit van onze representatieve democratie. Wat is immers een representatieve democratie waar alle beslissingen worden gemaakt door mannen? In dit essay bespreek ik barrières voor vrouwen in de lokale politiek.
      In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik onderzoek uitgevoerd naar de man-vrouw verhoudingen binnen gemeenteraden. Er zijn gemeenten waar minder dan 20 procent van de raadsleden vrouw is. Tegelijkertijd zijn er gemeenten waar meer dan 50 procent van de raadsleden vrouw is. Wat kunnen we leren van deze verschillen op gemeentelijk niveau? Welke factoren dragen bij aan een betere balans tussen mannen en vrouwen?

      Ik heb interviews afgenomen met respondenten uit gemeenten waar relatief weinig vrouwen en relatief veel vrouwen in de raad actief zijn.1x Van de gemeenten met relatief weinig vrouwen in de raad zijn de gemeenten geselecteerd die niet gedomineerd worden door de Staatkundig Gereformeerde Partij. Later is Baarn aan de selectie gemeenten toegevoegd omdat zij succesvol beleid hebben gevoerd om vrouwen te werven voor de gemeenteraad. Ik heb telefonisch gesproken met griffiers (mannen en vrouwen, 15), vrouwelijke raadsleden (21) en een burgemeester (1). In totaal heb ik 37 respondenten gesproken uit 15 gemeenten. Bij zeven van deze gemeenten is minder dan 20 procent van de raadsleden vrouw en bij acht gemeenten is meer dan 40 procent van de raadsleden vrouw. De geselecteerde gemeenten die onder het gemiddelde percentage vrouwelijke gemeenteraadsleden zitten zijn: Gennep, Someren, Bernheze, Echt-Susteren, Opmeer, Voerendaal en Bergen op Zoom. De gemeenten die boven het gemiddelde percentage vrouwelijke raadsleden zitten zijn: Baarn, Heerenveen, Heerhugowaard, Boxtel, Meppel, Blaricum, Baarle-Nassau en Zoeterwoude. Daarnaast presenteer ik de resultaten van zeven diepte-exitinterviews die ik heb afgenomen met ex-raadsleden, wethouders of statenleden door het gehele land. Waarom zijn zij gestopt met hun politieke functie?

      Dit essay is gebaseerd op de ervaringen en observaties van griffiers, raadsleden, een burgemeester en ex-politieke ambtsdragers.2x Om anonimiteit te waarborgen zodat de respondenten vrij konden spreken ga ik niet in op de functie of de gemeente van de geïnterviewden en zal ik refereren naar ‘respondenten’. Ik groepeer de ervaringen en observaties naar alle gemeenten die boven het gemiddelde percentage vrouwelijke raadsleden zitten en alle gemeenten die hieronder zitten. Zij geven inzicht in het vraagstuk rondom man-vrouw verhoudingen. Maar de ervaringen en observaties zijn geen alomvattende waarheden. Sommige zaken zijn specifiek voor een bepaalde raad, of voor een bepaalde politicus. Dat neemt niet weg dat we door dit onderzoek nieuwe inzichten kunnen krijgen in sleutelfactoren die bij vrouwen in de lokale politiek een rol kunnen spelen.
      Sleutelfactoren voor de instroom van vrouwen in de lokale politiek

      Mügge en Runderkamp spreken in hun essay over verschillende fasen van vertegenwoordiging, waarvan de eerste fase benoemd wordt als instroom. Ik identificeer hieronder de belangrijkste sleutelfactoren voor de instroom van vrouwen in de lokale politiek..3x Zie voor een volledig overzicht de bundel op de kennisbank van BZK: https://kennisopenbaarbestuur.nl/rapporten-publicaties/op-weg-naar-een-betere-mv-balans-in-politiek-en-bestuur/ Deze sleutelfactoren hebben te maken met de partij, met cursussen, met de rol van de griffier, met rolmodellen en met direct rekruteren.
      Het valt op dat in veel gemeenten waar het percentage vrouwelijke raadsleden onder het gemiddelde ligt dit geen onderwerp van discussie is. Volgens de respondenten uit deze gemeenten “speelt het niet zo”. Ze zeggen het druk genoeg te hebben met de dagelijkse onderwerpen en dagelijkse gang van zaken. In het merendeel van deze gemeenten zijn geen initiatieven gepland om de balans tussen mannen en vrouwen te verbeteren. Soms wordt de verantwoordelijkheid van de man-vrouw balans door de gemeente bij de politieke partijen gelegd. Partijen moeten zelf zorgen voor een diverse lijst en de gemeente heeft hier niet zoveel mee te maken. Er zijn uiteraard ook enkele uitzonderingen. Een paar gemeenten met relatief veel vrouwen in de raad hebben geen actief beleid ingezet, terwijl er een paar gemeenten zijn met weinig vrouwen in de raad die dit wel hebben gedaan.

      De partij

      Politieke partijen spelen een cruciale rol in de instroom van vrouwen in de politiek. Ze zijn de ‘poortwachters’ van het politieke domein. Een sleutelfactor voor een betere man-vrouw balans in de gemeenteraad is om mannen en vrouwen om en om op de lijst te plaatsen. Bij veel gemeenten met relatief veel vrouwen in de raad zetten sommige partijen, als dit mogelijk is, het liefste mannen en vrouwen om en om op de lijst. Volgens een paar respondenten is het in de aard van de partij om veel bezig te zijn met de representativiteit van de lijst. D66 werd in dit kader een paar keer genoemd. Anderen zeiden ook dat bijna alle partijen in de gemeente het waren gaan doen. Het lijkt alsof ze elkaar aanstoken, mede omdat het leek te werken voor de kiezer. Sommige partijen zijn continue binnen individuele netwerken op zoek naar “nieuw talent”. Aandacht voor divers rekruteren kan dus ook bijdragen aan een betere man-vrouw balans in de gemeenteraden. Er wordt soms ook gezegd dat het de tijdsgeest is om vrouwen op de lijst te hebben, of in andere woorden:

      “Het is not done om in de top van de lijst geen vrouwen te hebben”.


      Het plaatsen van vrouwen op de lijsten omdat het in de tijdsgeest past, of omdat het werkt om kiezers te trekken zijn pragmatische redenen. Ze helpen de partij namelijk aan winst. Soms dragen de respondenten eerder deze pragmatische redenen aan. Er zijn dus meerdere motivaties om een diverse lijst samen te stellen. Een is de overtuiging dat diversiteit een meerwaarde is, bijvoorbeeld omdat kiezers zich dan beter herkennen in de politiek en dat er geen blinde vlekken in belangen zijn die spelen onder de inwoners. De andere motivatie is de pragmatische, waarbij partijen meer gemotiveerd lijken te zijn door winst en een diverse lijst hier aan bijdraagt.

    • Beleid

      Cursus Politiek Actief

      Wat kan de gemeente zelf doen om de instroom van vrouwen te bevorderen? De cursus Politiek Actief, ontworpen door ProDemos en gesubsidieerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is een sleutelfactor in het bevorderen van de instroom van vrouwen. De cursus heeft onder andere als doel om politiek geïnteresseerden over de streep te trekken om politiek actief te worden.4x https://prodemos.nl/samenwerking/gemeenten/burgerparticipatie/cursus-politiek-actief-gemeenten-2/ Bij een aantal van de onderzochte gemeenten zijn succesvolle cursussen gegeven voor politieke aspiranten. Vaak is de cursus politiek Actief aangeboden, op initiatief van en (soms) onder begeleiding van de griffiers. Bijna alle gemeenten met gelijke man-vrouw verhoudingen binnen dit onderzoek hebben ook deze cursus aangeboden in het verleden. Volgens die gemeenten heeft dit steevast geleid tot nieuwe aanwas. Vaak waren vrouwen niet specifiek de doelgroep van de cursussen (uitzondering van enkele gemeenten), maar leidde de cursussen wel tot vrouwen die hun intrede deden in de politiek. Sommige gemeenten proberen cursisten te binden door na de cursus een stage aan te bieden bij een politieke partij.

      Actieve griffier

      Een actieve griffier, gesteund door politieke partijen en de gemeenteraad, is ook een sleutelfactor in de instroom van vrouwen in de politiek, en dus in een betere balans tussen mannen en vrouwen. In gemeenten waar relatief meer vrouwen in de gemeenteraad zitten, neemt de griffier ook vaker een actievere rol in aspiranten vinden en overtuigen. Ze organiseren bijvoorbeeld evenementen, zoals infoavonden, om contact te houden met inwoners, organiseren de cursus Politiek Actief voor mensen die interesse hebben om politiek actief te worden, gaan persoonlijke gesprekken aan met aspiranten en zijn nauw betrokken bij de begeleiding van ‘verse’ politici. De griffier blijft een aanspreekpunt voor nieuwelingen in de politiek en sommige politici gaven ook aan goed ondersteund te zijn geweest door de griffier, bijvoorbeeld door geattendeerd te zijn op debatcursussen.

      Rolmodellen

      Vrouwelijke rolmodellen zijn een sleutelfactor voor de instroom van vrouwen in de lokale politiek (zie bijdrage van Mügge en Runderkamp). Vrouwen in de politiek zijn een voorbeeld voor andere politiek geïnteresseerde vrouwen. Dit idee is bevestigd in de interviews. Meerdere malen kwam terug dat de man-vrouw verhoudingen “zo gegroeid” zijn. Zowel in de gemeenteraden met relatief veel als relatief weinig vrouwen. Zoals respondenten het verwoorden:

      “Als je eenmaal in een spoor zit met veel mannen, dan is dat moeilijk te doorbreken. Vrouwen trekken vrouwen” en “Nu vrouwen geïnteresseerd zijn,is het een olievlek die zich blijft verspreiden”.


      Vrouwen trekken meer vrouwen. Andersom maakt een gebrek aan vrouwelijke rolmodellen de politiek minder aantrekkelijk voor vrouwen. Vrouwen krijgen door een gebrek aan vrouwelijke politici de impliciete boodschap dat de politiek een mannenwereld is. Een van de respondenten merkt op dat het zou helpen als er meer vrouwelijke wethouders zouden zijn. Wethouders zijn nog net iets zichtbaarder in de media en zouden dan ook zeer geschikte rolmodellen zijn. Het helpt volgens andere respondenten ook als een fractievoorzitter of de burgemeester een vrouw is.

      Actief rekruteren

      Tenslotte is actief rekruteren een sleutelfactor voor de instroom van vrouwen in de lokale politiek. Vrijwel alle respondenten geven aan dat het erg moeilijk is om nieuwe mensen te vinden die bereid zijn om bij te dragen aan de lokale politiek. De respondenten zelf zijn vaak direct gevraagd om politiek actief te worden. Meerdere van de respondenten geven aan dat zij de lokale politiek zelfs nooit overwogen hadden voordat zij aangesproken werden. Vaak gebeurde dit door de individuele kring waar al iemand politiek actief is. Daarna komt pas het besef dat ze inderdaad best iets hebben bij te dragen.
      Belemmeringen voor het behoud van vrouwen in de lokale politiek

      Volgens de geïnterviewden zijn de belangrijkste uitdagingen waar vrouwen tegenaan lopen in het politieke ambt te groeperen onder de noemers privé-werk balans en de politieke cultuur. Daarnaast worden in sommige gemeenten ook voorbeelden genoemd van denigrerende opmerkingen en ongepast gedrag.

    • Privé-werk balans

      De privé-werk balans is zowel voor de instroom als het behoud van vrouwen in de politiek van cruciaal belang (zie fasen van Mügge en Runderkamp). Vrouwen moeten het idee hebben dat het politieke ambt te combineren is met werk en privéleven. En voor vrouwen in politieke ambten moet de combinatie vol te houden zijn. In de bijdrage van Mügge en Runderkamp in dit nummer worden de (zorg)werkzaamheden die vrouwen naast hun betaalde baan verrichten genoemd als sociaaleconomische barrières om politiek actief te worden. Deze sociaaleconomische barrières, gecombineerd met de hoge werkdruk van het politieke ambt, wordt door de overgrote meerderheid van de respondenten genoemd als een verklaring voor de scheve man-vrouw verhoudingen binnen gemeenteraden. De barrières belemmeren niet alleen de instroom van vrouwen, maar compliceren ook het behoud van vrouwen in politieke ambten.

      Waar man-vrouw verhoudingen binnen de raad gelijk zijn, ontbreken soms alsnog ouders met jongere kinderen, of hebben zij het zwaar door de werkdruk. Volgens sommige respondenten zijn het dan alsnog vaker de jonge moeders die het nog zwaarder hebben dan de jonge vaders, omdat vrouwen in de Nederlandse cultuur nog meer zorgtaken toebedeeld krijgen in vergelijking met mannen. Volgens veel respondenten valt de zorg voor kinderen en het gezin, en mantelzorg, nog steeds meer op vrouwen dan op mannen. Volgens respondenten is voor vrouwen met een betaalde baan, een jong gezin of met verantwoordelijkheid voor mantelzorg het raadswerk dan ook vaak teveel. Een respondent beschreef de houding van starters en jonge ouders als volgt:

      “Ze zijn blij dat ze alle ballen omhoog kunnen houden. Starter zijn is al een drukke periode. Ze denken, “laat het [de politiek] maar over aan de oudere mannetjes die de ervaring en tijd wel hebben””.

      Er was een overduidelijke consensus dat de werkdruk erg hoog is. Veel raadsleden hebben ernaast een betaalde baan en moeten hun politieke functie erbij doen, dit terwijl ze van mening zijn dat het raadswerk niet iets is wat je er “even bijdoet”. Respondenten geven aan dat de werkdruk in kleinere gemeenten extra hoog is, omdat ze dezelfde stukken krijgen als de grote gemeenten, maar tegelijkertijd hebben ze minder (budget voor) ondersteuning, minder ambtenaren en verdienen ze minder in vergelijking met ambtsdragers in grotere gemeenten. Door de decentralisatie is de werkdruk alleen maar toegenomen het laatste decennium Een van de ex-politieke ambtsdragers uit een kleinere gemeente geeft aan:

      “Ik heb niet tien communicatiewetenschappers en een blik ambtenaren”.

      Tijdsmanagement is een belangrijk thema in het raadswerk. Ook in gemeenteraden waar relatief meer vrouwelijke raadsleden werken hebben raadsleden met jonge gezinnen het namelijk zwaar. Sommige gemeenten, vaak onder leiding van de griffier, leggen daarom actief de vergadercultuur onder de loep. Hoe de zaken vanaf oudsher werden gedaan werkt soms niet voor de groepen die nu ondervertegenwoordigd zijn in de lokale politiek. Sommige zaken die kunnen veranderen zijn heel praktisch, zoals vergadertijden of de agenda ver van te voren vastzetten. Het is ook behulpzaam als er begrip is voor privé omstandigheden, bijvoorbeeld als een raadslid thuis moet blijven voor een ziek kind. Respondenten voelen zich in zulke situaties niet altijd gesteund:

      “Als ik moet afzeggen omdat mijn kind ziek is, zeggen ze: “dat doe ik toch ook niet”. Voor omstandigheden thuis hebben ze minder tolerantie. Zelfs in eigen fractie: “je kan niet altijd thuis blijven voor je zieke kind”. Ze willen jongere mensen, maar de last van het gezinsleven willen ze er niet bij”.

      Als de lokale politiek inclusiever wil worden dan is het belangrijk om minder te kijken naar hoe het altijd is gegaan, maar meer te kijken naar mogelijkheden om ondervertegenwoordigde groepen te betrekken. Een voorbeeld dat is genoemd door een van de respondenten is om te kijken naar ontwikkelingen in het bedrijfsleven, zoals mogelijkheden om meer digitaal te werken en digitaal te vergaderen. Of om bijvoorbeeld jonge ouders tegemoet te komen door voorzieningen te regelen voor kinderen. Betere ondersteuning bij de voorbereiding van stukken is ook genoemd als een maatregel die de werkdruk kan verlichten.
      Samenvattend schilderen de respondenten geen rooskleurig beeld van de werkdruk en het werkklimaat in de lokale politiek. Veel respondenten benadrukken dat de politiek een keuze is, waar je echt voor moet gaan. Maar de werkdruk zoals deze nu is, sluit systematisch groepen uit van deelname. Voor hen die een betaalde baan hebben en met zorgtaken zijn belast, of langer doen over stukken doornemen, is de werkdruk van het lokaal openbaar bestuur nu vrijwel niet te doen.

      Mannenbolwerk

      In gemeenteraden waar relatief meer vrouwen zitten wordt de politieke cultuur binnen de raad vaker als positief ervaren. Er lijkt een wisselwerking te zijn tussen het aandeel vrouwen in de raad en een inclusieve politieke cultuur. Waar meer vrouwen in de raad zitten hebben zij ook invloed op de politieke cultuur, en deze politieke cultuur is vervolgens weer aantrekkelijker voor vrouwen. Een respondent verwoordt het effect van de positieve politieke cultuur als volgt:

      “Als je alles bij elkaar optelt is het logisch dat er veel vrouwen in de raad zitten. Het is een omgeving die welkom is voor vrouwen en waar vrouwen zich veilig voelen. Dan participeer je eerder!”.

      Termen worden gebruikt zoals “constructief” en een “lieve raad”. Verder wordt benadrukt dat er geen “haantjesgedrag” plaatsvindt, dat er goede discussies worden gevoerd op de inhoud en het niet te persoonlijk wordt. Soms wordt deze positieve politieke cultuur toegeschreven aan een gelijke mix tussen mannen en vrouwen.
      Andersom wordt een door mannen gedomineerde gemeenteraad vaker als minder prettig ervaren door vrouwelijke raadsleden. Sommige respondenten geven aan dat het harder werken is voor vrouwen tussen alleen maar mannen. Dit omdat vrouwen volgens hen zaken in het algemeen anders verwoorden en anders denken, zodat het meer energie kost om mannen hiervan te overtuigen:

      “Vrouwen komen erin en discussiëren anders. Daar worden ze soms ook op afgerekend. Veel vrouwen schrikken van het haantjesgedrag en de afrekencultuur”.


      Meerdere vrouwelijke raadsleden hebben het idee dat ze zich meer moeten bewijzen tegenover mannen. Ze hebben het gevoel alsof ze “altijd al 2-0 achterstaan”. De volgende respondenten reflecteren hierop:

      “Als vrouw moet je net iets harder je stempel doordrukken. Vrouwen moeten altijd net een stapje meer zetten, net wat scherper zijn, net het accent beter leggen”.
      “Als er een grote groep mannen was dan weet je dat je je extra goed moet voorbereiden en extra daadkrachtig moet overkomen. Zodat je niet in het niet valt. Maar dat ligt ook een beetje aan jezelf”.


      De termen “mannenwereld”, “mannenbolwerk”, “mannencultuur” en “Old boys network” komen regelmatig naar voren. Verder geven meerdere respondenten aan “haantjesgedrag” te ervaren. Haantjesgedrag wordt getypeerd als de onwil om compromissen te sluiten, anderen te overschreeuwen en af te rekenen. Het wordt ook benoemd dat de huidige lokale politieke vergadercultuur tot stand is gekomen in tijden dat de politiek werd gedomineerd door mannen. Vrouwen voelen zich wellicht minder op hun gemak bij deze ‘mannelijke’ cultuur. Een respondent zegt: “Binnen deze raden gaan mannen langer mee en schromen ze niet om dit aan vrouwen te laten merken.” Dit citaat illustreert een politiek domein wat niet inclusief is en vrouwen niet verwelkomd.

    • “Meisje”

      In verschillende gemeenten worden vrouwelijke raadsleden regelmatig met denigrerende opmerkingen geconfronteerd in de raadszaal, maar ook erbuiten, zoals:

      “Och leuk meisje”, “schattig”, “hé meisje, moet jij eens even luisteren”, “mondje dicht”, “Dit is een typische vrouwenopmerking, dit slaat kant noch wal”, “vrouwtje” of “kindje”.


      Sommige respondenten hebben het idee dat deze denigrerende opmerkingen strategisch gebruikt worden in debatten:

      “Midden in het debat maken ze een opmerking over sekse. Impliciet zeggen ze: “omdat je een vrouw bent snap je het even niet, houdt maar even je mond””.


      Hier is een rol weggelegd voor de burgemeester die een juiste manier van debatteren, waarbij het gaat om de inhoud, kan afdwingen. Een respondent benoemt de burgemeester in positieve zin, die het absoluut niet duldt als mensen persoonlijk aangevallen worden.
      Soms konden opmerkingen zelfs getypeerd worden als intimatie en getreiter. Vaak komen ongepaste opmerkingen van oudere mannen. Een respondent benoemt bijvoorbeeld dat ze tijdens een diner werd aangemerkt als “lekker hapje”. Vrouwen onderling bespreken deze opmerkingen en ander grensoverschrijdend gedrag soms. Volgens respondenten is het niet altijd helemaal duidelijk wat er moet gebeuren met de grensoverschrijdende opmerkingen. Er is een integriteitscommissie binnen partijen, maar die zien de opmerkingen en gedragingen vaak als incidenteel en proberen het onderwerp te vermijden:

      “Men durft het beestje niet echt bij de naam te noemen. Binnen de partij wordt het niet openlijk benoemd. Ze [partij en overheidsorgaan] behandelen seksuele intimidatie als incidenten en niet als iets structureels. Daarom is het niet breder bespreekbaar”.


      Het is van belang dat er binnen elke gemeente een duidelijk protocol is hoe er wordt omgegaan met grensoverschrijdend gedrag. In het bijzonder gedrag waarvan het niet helemaal duidelijk is of het grensoverschrijdend is, maar wel als heel onprettig wordt ervaren is nog vaak een taboe om aan te kaarten. Een respondent heeft het bijvoorbeeld over “verborgen seksisme”. Gedachten zoals “hij bedoelde het vast niet zo” weerhouden mensen om dit aan te kaarten. Als het wel wordt aangekaart binnen de eigen fractie worden er vervolgens niet altijd stappen gezet.

      Een cultuur waarin grensoverschrijdende gedragingen en opmerkingen plaatsvinden en waar denigrerende opmerkingen gedoogd worden wordt niet geschetst door alle respondenten. Sommigen geven aan dat vrouwen niet tegen andere dingen aanlopen dan mannen in hun politieke ambt, en dat ze ook niet anders worden behandeld. Dit geeft ten eerste aan dat er een politieke cultuur mogelijk is waar geen plek is voor seksistische en denigrerende opmerkingen en gedrag. Ten tweede wijst dit op het belang om de schaal van het probleem in kaart te brengen. Zijn seksuele intimidatie en denigrerende opmerkingen wijd en structureel verspreid zoals wordt vermoed door enkele van de respondenten? Of spelen deze problemen zich vooral af in bepaalde gemeenten en/of provincies?

    • Conclusie

      Op basis van mijn onderzoek ben ik zowel sceptisch als hoopvol over een betere man-vrouw balans in de lokale politiek. Ik ben sceptisch omdat ik denk dat er wel veel moet veranderen om de politiek aantrekkelijker te maken voor vrouwen. Niet al deze zaken zijn zo makkelijk aan te passen, zoals de werkdruk of de politieke cultuur. Ik ben niet de eerste die de werkdruk aankaart onder lokale ambtsdragers. Bijna alle respondenten schetsten het beeld dat de politieke ambten nu zodanige werkdruk meebrengen dat het sommige groepen systematisch uitsluit. Er zullen structurele veranderingen nodig zijn. Ook de politieke cultuur, die tot stand is gekomen in een omgeving gedomineerd door mannen, is niet eenvoudig te veranderen. Ik twijfel ook of er de wil is tot verandering. In de interviews is weerstand tegen verandering een thema wat regelmatig terugkeert.5x Zie ook bundel op de kennisbank van BZK: link. https://kennisopenbaarbestuur.nl/rapporten-publicaties/op-weg-naar-een-betere-mv-balans-in-politiek-en-bestuur/ Zonder de wil tot verandering zie ik de toekomst voor vrouwen in de lokale politiek niet heel rooskleurig in.
      Maar tegelijkertijd ben ik ook hoopvol. In de vergelijking tussen de gemeenten met relatief weinig vrouwelijke raadsleden en relatief veel vrouwelijke raadsleden stuitte ik op factoren die bijdragen aan een betere instroom van vrouwen in de politiek. Politieke partijen, politieke cursussen, een actieve griffier en rolmodellen werken volgens de respondenten echt om meer vrouwen de politiek in te trekken en vrouwen in de politiek te behouden. Er bestaan dus handvaten om veranderingen te realiseren.
      De thema’s waar de komende jaren erg goed op gelet moet worden, zijn de werkdruk aanpassen zodat deze inclusiever wordt, de politieke cultuur inclusiever maken en denigrerende opmerkingen en ongepast gedrag in de kiem smoren. Vervolgonderzoek naar de schaal van (seksuele) intimidatie en getreiter zou dit probleem meer naar de oppervlakte brengen, beter bespreekbaar maken en beleid kunnen helpen vormgeven.

    • Literatuur
    • Mügge, L., & Runderkamp, Z. (2019). De tweede sekse in politiek en openbaar bestuur: Verklaringen en oplossingen voor de ondervertegenwoordiging van vrouwen .

    Noten


Print dit artikel