-
Op maandag 25 maart 2024 overleed Andries Hoogerwerf, geboren in Delft op 11 maart 1931, op 93-jarige leeftijd. Hij was een van de founding fathers van de eerste voltijdse opleiding bestuurskunde in Nederland aan de Universiteit Twente (gestart in 1976). Aanvullend op het ‘In Memoriam’ van Bas Denters, Jacques Thomassen en Michiel Herweijer bevat deze bijdrage een uitgebreider overzicht van zijn leven en werk.
-
Vrije Universiteit Amsterdam
Om zijn van huis uit meegekregen belangstelling voor de politiek te verdiepen, schreef journalist Andries Hoogerwerf zich op aanraden van zijn hoofdredacteur Evert Diemer (zelf jurist van opleiding) in 1954 in als student politieke wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam (Vis, 2015, p. 13). In 1955 stapte hij als gereformeerde jongeman over naar de nieuwe opleiding politicologie aan de Vrije Universiteit (VU) (Brasz, 1993, pp. 20-21; Keman, 2015, pp. 56-57), waar hij in 1960 cum laude afstudeerde en wetenschappelijk medewerker werd bij Gijs Kuypers. In 1962 introduceert hij, in een boekbespreking van de Duitse uitgave van Arnold Brechts Political theory uit 1961, het wetenschappelijk waarderelativisme in Nederland. Daarin ziet hij in de wetenschap der politiek een toenemende belangstelling voor het onderzoek van doeleinden en een groeiende interesse voor het beleid (bij Hans Daudt en Gijs Kuypers). Een toenemende belangstelling voor het beleid was ook in de sociologie waar te nemen (bij Jacques van Doorn). Wat Brecht in zijn ogen heeft aangetoond, is dat het mogelijk en noodzakelijk is politieke doeleinden en waarden wetenschappelijk te behandelen. Wat hij niet heeft gedaan, is doeleinden en waarden in het centrum van de politieke theorie te plaatsen, hoewel hij daartoe indirect wel een bijdrage heeft geleverd. Andries promoveerde in 1964 ook aan de VU bij Gijs Kuypers op de dissertatie Protestantisme en progressiviteit, die is gebaseerd op surveyonderzoek in zijn geboortestad Delft. Zijn benoeming tot lector werd lang tegengehouden in verband met zijn steun voor de PvdA (maar hij was toen nog geen lid, hij belde me in 2021 persoonlijk op om dat beeld te corrigeren: zie ook Bak, 2013, pp. 70-72). Onderwerp van zijn openbare les ‘De geachte afgevaardigde’ uit 1968 was de vertegenwoordigende rol van het parlementslid. Over de openbare les schreef André Donner1x Gijs Kuypers is op zijn beurt in 1954 aan de VU bij André Donner gepromoveerd. Dat betekent dat André Donner de academische grootvader is van Andries Hoogerwerf. Zijn academische overgrootvader was VU-coryfee Victor Henri Rutgers. Alle drie de academische voorouders speelden een belangrijke rol in het protestantse verzet in WO II. in 1969 een positief-kritische bespreking in het tijdschrift Anti-Revolutionaire Staatkunde, waarin op een fraaie manier de ontmoeting tussen de juridische benadering (die zich vooral richt op het institutionele element) en de politicologische benadering (die zich bij voorkeur richt op de gedragingen van mensen) tot uitdrukking komt.
-
Katholieke Universiteit Nijmegen
Kort na zijn benoeming tot lector aan de VU wordt Andries Hoogerwerf al hoogleraar Politicologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Daar zorgde hij ervoor dat in 1969 de zelfstandige afstudeerrichting politicologie van start ging (Lieshout, 2015, pp. 37-38). Zijn voorganger, de jurist Leo Schlichting, had zich daarvoor zonder resultaat ingezet. In zijn Nijmeegse oratie Verandering van politieke stelsels uit 1969 introduceert hij de studie van politieke verandering als een nieuw deelgebied van de politicologie naast de vergelijkende politicologie. In het verlengde van zijn oratie ligt het door hem begeleide proefschrift Politieke democratie en welzijn van Ton Bertrand uit 1981 (in 1993 schreef Bertrand met Bas Denters over kwantitatief-vergelijkende beleidsstudies in het Twentse liber amicorum voor Hoogerwerf). Hij manifesteert zich in Nijmegen op het gebied van zowel de algemene politicologie (in 1971 redigeert hij het tweeluik Verkenningen in de politiek en in 1972 publiceert hij een eigen inleiding in de politicologie) als de beleidswetenschap (als redacteur van het tweeluik Beleid belicht). Met een aantal Nijmeegse studenten politicologie (onder wie zijn latere promovendi Harry Daemen en Hans Maarse) deed hij in 1971 ook onderzoek op lokaal niveau, naar het functioneren van de gemeentelijke democratie in Veldhoven. Herman Aquina was met hem vanuit de VU meegekomen naar Nijmegen en hij zou daar in 1974 bij hem promoveren op een proefschrift over beleidswetenschap en wetenschapsbeleid. Een belangrijke rol speelde Hoogerwerf ook bij de benoeming in 1973 aan de sociale faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen van VU-econoom Hans van den Doel als eerste reguliere hoogleraar in de bestuurskunde. Deze benoeming betekende een grote impuls voor de ‘public choice’-benadering in Nederland. Later zou Hoogerwerf zich kritisch uitlaten over het naar zijn mening eenzijdige egoïstische mensbeeld dat achter deze benadering schuilgaat (Thomassen et al., 2015, p. 102). Met Hans van den Doel redigeerde hij in 1975 ook een bundel over gelijkheid en ongelijkheid in Nederland. Daarin nam hij de hoofdstukken over gelijkheid en ongelijkheid in het politieke denken en in het politieke systeem voor zijn rekening. Het was een onderwerp dat hem zeer ter harte ging. Over (on)gelijkheid zou Hoogerwerf (2001) ook na zijn emeritaat schrijven.
-
Technische Hogeschool/Universiteit Twente
Een ernstig conflict met linkse studenten en stafleden was voor Hoogerwerf de reden om uit Nijmegen te vertrekken en naar Twente te gaan om daar mede de nieuwe studierichting bestuurskunde op te zetten. De ‘Twentse formule’ (Hoogerwerf, 1988) kende geen afzonderlijke leerstoel in de bestuurskunde, maar wel twee keer vier (algemene en bijzondere) leerstoelen voor de disciplines recht, economie, sociologie en politicologie. De kernleerstoel was beleidsprocessen van Hoogerwerf, die op 10 november 1977 zijn oratie Effecten van overheidsbeleid hield. Andries startte in Twente een systematisch onderzoeksprogramma dat veel relevante proefschriften opleverde, zoals van Frans van Vught (1982) over experimentele beleidsplanning, Hans Maarse (1983) over de beleidsuitvoering en beleidseffecten, Hans Bressers (1983) over de beleidseffectiviteit, Mac Honigh (1985) over de doeltreffendheid van beleid, Michiel Herweijer (1985, zijn promotor was overigens Peter Boorsma) over beleidsevaluatie, Igno Pröpper (1989) over argumentatie en machtsuitoefening in onderzoek en beleid, Frans van der Doelen (1989) en Pieter-Jan Klok (1991) over beleidsinstrumenten en Maarten Arentsen (1991) over beleidsorganisatie en beleidsuitvoering, bij de laatste drie proefschriften was Hans Bressers copromotor, Hans Gilissen (1992) over bestuurskwaliteit en informatiebeleid, Jan Siemons (1992) over de implementatie van gezondheidsbeleid in Japan en Nederland, Oscar van Heffen (1993) over beleidsontwerp en beleidsomgeving, Cisca Joldersma (1993) over de levensloop van problemen en beleid en Hilde Scholtens (1994) over beleidsproblemen en beleidstheorieën. Verder was hij promotor bij de meer politicologisch getinte proefschriften van Harry Daemen (1983, met socioloog Geert Braam als copromotor) over burgerzin en politieke gematigdheid en Bas Denters (1987, met econoom Peter Boorsma als tweede promotor) over partijen, kiezers en gemeentelijk beleid.2x Harry Daemen werkte bij de sectie politicologie die onder leiding stond van Jacques Thomassen. In 1984 werd Jan van Deth de eerste eigen promovendus van Thomassen. Bas Denters startte zijn loopbaan in Twente als onderzoeker bij de sectie beleidsprocessen, later stapte hij als docent over naar de sectie politicologie.
Hoogerwerf was ook eindredacteur van twee belangrijke handboeken met meerdere drukken: Overheidsbeleid (1978) en Handboek beleidsevaluatie (1978), en in 1987 initiatiefnemer en eerste hoofdredacteur van het tijdschrift Beleidswetenschap (kwartaalschrift voor beleidsonderzoek en beleidspraktijk), dat tot 2006 bestond. Uiteraard schreef Andries zelf veelvuldig in het tijdschrift (zoals Hoogerwerf, 1989, 1991, 1995b). Centrale thema’s in zijn onderzoeksprogramma waren het verhelderen van de veronderstellingen die aan beleid ten grondslag liggen (ook wel bekend als de beleidstheorie; Hoogerwerf, 1984b) en het toetsen van deze veronderstellingen en het beleid aan meer fundamentele maatschappelijke waarden. De praktische bruikbaarheid van deze benadering (uitgewerkt in een stappenplan voor het ontwerpen van beleid: Hoogerwerf, 1984a, 1992b) paste goed bij de Twentse ingenieursmentaliteit en maakte school in het Nederlands openbaar bestuur en bij vele generaties studenten in de bestuurskunde aan de Universiteit Twente (Thomassen et al., 2015, pp. 95-96). In 1986 publiceerde Hoogerwerf Vanaf de top gezien: Visies van de politieke elite op basis van gesprekken met 57 ministers, staatssecretarissen, Kamerleden, ambtenaren en adviseurs. Het boek werd gerecenseerd door Joop den Uyl (1987). Met Rudy Andeweg en Jacques Thomassen (Andeweg et al., 1981) redigeerde hij de bundel Politiek in Nederland en zelf redigeerde Hoogerwerf in 1983 de bundel Succes en falen van overheidsbeleid.
-
Emeritaat en afscheidsrede Universiteit Twente
In 1993 vond Hoogerwerf het zelf tijd om de ‘universitaire legbatterij’ te verlaten en zijn activiteiten voort te zetten als zelfstandig gevestigd ‘scharrelpoliticoloog’. Sindsdien verscheen nog een groot aantal boeken (bijvoorbeeld Hoogerwerf, 1997) waarin politieke waarden als verdraagzaamheid, gelijkheid, gematigdheid en geweldloosheid centraal staan (Thomassen et al., 2015, p. 96). In zijn Twentse afscheidsrede Het verval van de politiek uit 1993 stond de slingerbeweging tussen politieke waarden centraal. Die waarden koppelt hij aan de vijf fundamentele dimensies: macht, beleid, informatie, integratie en verdeling. Bij elk van die vijf dimensies kan men volgens hem in de politieke cultuur twee essentiële waarden onderscheiden, die samen een dilemma opleveren. De vijf dilemma’s zijn: (a) democratie en leiding: een dilemma rond de macht, van vrijheid en gezag, van participatie en delegatie of van lastgeving en machtiging, (b) doelmatigheid en aanvaardbaarheid: een dilemma rond het beleid, van (doel)rationaliteit en legitimiteit, (c) idealisme en realisme: een dilemma rond de informatie, van waarden en feiten of van een normatieve en een empirische argumentatie, (d) eenheid en verscheidenheid: een dilemma rond de integratie, van gemeenschap en individu, verbonden met het dilemma van harmonie en conflict, en (e) vrijheid en gelijkheid: een dilemma rond de verdeling van materiële en immateriële goederen (Hoogerwerf, 1993, p. 3). Volgens Hoogerwerf kunnen zowel de politieke als de bestuurswetenschappen aan het politieke evenwicht (niet eenzijdig opgevat als een machtsevenwicht, maar als een evenwicht van waarden) bijdragen door meer dan tot nu toe gebeurt in hun theorievorming en onderzoek aandacht te schenken aan politieke waarden als zodanig en aan dilemma’s van waarden (Hoogerwerf, 1993, p. 41). Twee jaar later heeft hij hieraan in de in boekvorm uitgewerkte versie van zijn afscheidsrede nog twee dilemma’s toegevoegd: (f) publiek en privaat: een dilemma rond de staat, van de overheid tegenover de markt en het particulier initiatief, en (g) orde en verandering: een dilemma rond de verandering, van evenwicht en aanpassing, van traditie en vernieuwing of van evolutie en revolutie (Hoogerwerf, 1995a, p. 38).
-
Bestuurskunde in Twente na Andries Hoogerwerf
Het emeritaat van Hoogerwerf viel globaal samen met de eerste grote verandering ten opzichte van de ‘Twentse formule’. De leerstoel algemene sociologie (Geert Braam) en de leerstoel organisatiesociologie (Chris Menting) werden samengevoegd tot bestuurssociologie (Romke van der Veen) en per 1 januari 1992 werden drie interdisciplinaire vakgroepen gevormd: Staat en Politiek, Bestuur en Beleid, en Organisatie en Financiën. De leerstoel beleidsprocessen werd tussen 1993 en 1998 tijdelijk ingevuld door zijn leerlingen Frans van Vught en Hans Bressers, in 1998 werd Rob Hoppe zijn opvolger. De komst van Hoppe betekende een duidelijke accentverschuiving in de beleidswetenschap aan de Universiteit Twente. Hij richtte zich vooral op het gebruik van kennis, wat hij in zijn oratie de ‘narrative turn’ noemde (Thomassen et al., 2015, pp. 96-97). De tweede grote verandering was dat rond 2005 Rob Hoppe overstapte naar de vakgroep Science and Technology Studies en Bas Denters de eerste hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit Twente werd. De derde grote verandering was de samenvoeging in 2012 van de verschillende vakgroepen (de meeste daarvan hadden intussen al andere namen gekregen) tot een grote vakgroep Bestuurskunde (Public Administration). Deze vakgroep (die achtereenvolgens onder leiding stond van Bas Denters en Ariana Need en nu wordt geleid door Ringo Ossewaarde) is intussen formeel een sectie van de vakgroep Human and Institutional Behaviour (HIB). Deze veranderingen gingen vergezeld van aanpassingen in het onderwijs. Naast de Nederlandstalige bachelor Bestuurskunde startte in 2005 ook een volledig Engelstalige bachelor European Studies. In 2013 werden beide samengevoegd tot de bachelor European Public Administration, in 2015 werd de naam veranderd in Management, Society & Technology (MST). Achtergrond hiervan was de heroriëntatie aan de Universiteit Twente op de relatie tussen technologie, samenleving en bestuur (Torenvlied, 2016). De bachelor MST kent sinds 2013 ook een Joint Degree Public Governance across Borders met de Universiteit Münster. In de masterfase is er een keuze uit de master European Studies (met een tweejarige Double Degree Comparative Public Governance met de Universiteit Münster) en de master Public Administration. Tot 2023 was René Torenvlied opleidingsdirecteur, sindsdien is dat Veronica Junjan.
Enkele persoonlijke herinneringen (Rik Reussing)
Zelf kwam ik voor eerst in 1977 met het werk van Andries in aanraking als student politicologie aan de VU, hoewel hij daar toen allang niet meer werkzaam was. Via zijn Politicologie uit 1972 (gekocht bij De Slegte, wij kregen uiteraard de inleiding van Gijs Kuypers) maakte ik kennis met het wetenschappelijk waarderelativisme van Arnold Brecht (zijn artikel in Mens en Maatschappij uit 1962 kende ik natuurlijk nog niet), dat een belangrijke rol zou spelen in mijn scriptie (1983) en mijn proefschrift (1996). Het belang van de opvattingen van Brecht was naar mijn mening dat zijn leer meer duidelijkheid kan scheppen in de discussie rond de waardevrijheid en de waardegebondenheid van de wetenschap. Van een persoonlijke ontmoeting kwam het voor het eerst in 1992, toen ik net als aio in Twente was begonnen en op zijn kamer werd ontboden om met hem te spreken over een artikel voor het tijdschrift Beleidswetenschap. Hij sprak me toe vanachter zijn bureau met daarop een ouderwetse typemachine. Actief was Andries ook waar het ging om het zorgen voor goede recensies van nieuwe Nederlandstalige literatuur op het gebied van de politicologie en de beleidswetenschap. Deze traditie bestond al in het tijdschrift Acta Politica (hij was lid van de redactie bij de start in 1965) en heeft hij voortgezet als hoofdredacteur van Beleidswetenschap. Andries wist me ook verscheidene keren te strikken om een recensie te schrijven voor dat tijdschrift. Uiteraard vond ik het ook een grote eer als hij in zijn eigen werk refereerde aan de resultaten van mijn onderzoek, bijvoorbeeld de twee op dat moment (Reussing, 1991, 1992) verschenen artikelen in Beleidswetenschap (Hoogerwerf et al., 1993, pp. 72 en 78). Ook op basis van mijn dissertatie schreef ik nog een artikel voor dat tijdschrift (Reussing, 1997), maar toen had Michiel Herweijer inmiddels het hoofdredacteurschap al van hem overgenomen. -
De blijvende invloed van Andries Hoogerwerf (vooral nationaal)
Met Andries Hoogerwerf is een politicoloog, beleidswetenschapper en bestuurskundige overleden met een belangrijke plaats in de geschiedenis van de (lokale) bestuurswetenschappen en een groot moreel gezag (Reussing, 2020). Hij mengde zich ook in het maatschappelijk debat, bijvoorbeeld als hij vond dat de PvdA te veel meebewoog met het neoliberalisme. Dat leidde tot een bundel met kritische artikelen over de koers van de PvdA, die hij in 1996 samen met Jan Berkouwer redigeerde. Ook nam hij duidelijk stelling tegen het populisme van Pim Fortuyn en Geert Wilders. Speciale belangstelling (dat bleek al uit zijn proefschrift) had hij voor de rol van het christendom en christelijke denkers in de maatschappij en de politiek (zie Hoogerwerf, 1999). Op de rouwkaart wordt hij door zijn familie omschreven als voorvechter van vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Uiterst kritisch was hij ook op de opkomst van het postmodernisme binnen de bestuurskunde. Zijn invloed is complementair aan die van zijn generatiegenoot Jan Kooiman (1931-2016). Waar Kooiman – vanaf 1973 redactielid en tussen 1975 en 1992 hoofdredacteur van Bestuurswetenschappen – internationaal invloedrijk was als een van de grondleggers van de governancetheorie had Hoogerwerf vooral nationaal veel invloed (Belabas & ’t Hart‚ 2022, p. 57; Vis, 2015), ook al publiceerde hij aan het einde van zijn loopbaan in internationale tijdschriften (zoals Hoogerwerf, 1990, 1992a). Zijn invloed op de Universiteit Twente is ook terug te vinden in de onderzoeksinstituten, die lang zijn geleid door twee van zijn promovendi: het Centrum voor Studies van het Hoger Onderwijsbeleid (CSHOB, later CHEPS) door Frans van Vught en het Centrum voor Schone Technologie en Milieubeleid (CSTM) door Hans Bressers. Hans Bressers en Pieter-Jan Klok (momenteel docent beleidsprocessen aan de Universiteit Twente) hebben een instrumententheorie voor het beleid ontwikkeld op basis van hun analyse van het milieubeleid. Andries Hoogerwerf zal door velen worden gemist, zeker in een tijd waarin nationaal en internationaal de door hem gepropageerde waarden zo onder druk zijn komen te staan.
Literatuur Andeweg, R. B., Hoogerwerf, A., & Thomassen, J. J. A. (Red.). (1981). Politiek in Nederland. Samsom H.D. Tjeenk Willink (eerste druk, tweede druk 1985).
Aquina, H. J. (1974). Beleidswetenschap en wetenschapsbeleid (proefschrift Katholieke Universiteit Nijmegen). KUN.
Arentsen, M. J. (1991). Beleidsorganisatie en beleidsuitvoering (proefschrift Universiteit Twente). Universiteit Twente.
Bak, P. (2013). Gedonder in de sociale: Vijftig jaar sociaal-culturele wetenschappen aan de Vrije Universiteit, 1963-2013. Uitgeverij Meinema.
Belabas, W., & ’t Hart‚ P. (2022). Denken over impact van de Nederlandse bestuurskunde. Bestuurskunde, 31(2), 54-66.
Berkouwer, J., & Hoogerwerf, A. (Red.). (1996). Markt, ongelijkheid, solidariteit: Op zoek naar een herkenbare PvdA. Syntax Publishers.
Bertrand, A. F. M. (1981). Politieke democratie en welzijn (proefschrift Katholieke Universiteit Nijmegen). Samsom.
Bertrand, A. F. M., & Denters, S. A. H. (1993). Kwantitatief-vergelijkende beleidsstudies. In J. T. A. Bressers, J. J. A. Thomassen, & F. A. van Vught (Red.), Politicologie en het openbaar bestuur: Liber amicorum voor prof. dr. A. Hoogerwerf (pp. 135-151). Samsom H.D. Tjeenk Willink.
Brasz, H. A. (1993). Bestuurskunde, politicologie en beleidswetenschap: Geschiedenis van een verhouding. In J. T. A. Bressers, J. J. A. Thomassen, & F. A. van Vught (Red.), Politicologie en het openbaar bestuur: Liber amicorum voor prof. dr. A. Hoogerwerf (pp. 17-24). Samsom H.D. Tjeenk Willink.
Bressers, J. T. A. (1983). Beleidseffectiviteit en waterkwaliteitsbeleid: Een bestuurskundig onderzoek (proefschrift Technische Hogeschool Twente). TH Twente.
Daemen, H. H. F. M. (1983). Burgerzin en politieke gematigdheid: Een toetsing van de theorie van de burgercultuur (proefschrift Technische Hogeschool Twente). TH Twente.
Denters, S. A. H. (1987). Partijen, kiezers en gemeentelijk beleid: Een empirische toetsing van een politiek-economische theorie (proefschrift Universiteit Twente). CT Press.
Den Uyl, J. M. (1987). Boekbespreking ‘Vanaf de top gezien: Visies van de politieke elite’. Acta Politica, 22(4), 490-492.
Donner, A. M. (1969). De geachte afgevaardigde: Bespreking van de openbare les van A. Hoogerwerf. Anti-Revolutionaire Staatkunde, 39(1), 1-10.
Gilissen, J. J. P. M. (1992). Bestuurskwaliteit en informatiebeleid: Een empirisch onderzoek naar de automatisering van de informatieverwerking bij Nederlandse provincies (proefschrift Universiteit Twente). Universiteit Twente.
Herweijer, M. (1985). Evaluaties van de beleidsevaluatie en de arbeidsongeschiktheidsverzekering (proefschrift Technische Hogeschool Twente). Kluwer.
Honigh, M. (1985). Doeltreffend beleid: Een empirische vergelijking van beleidssectoren (proefschrift Technische Hogeschool Twente). TH Twente.
Hoogerwerf, A. (1960). Van strijdblad tot gezinskrant: Geboorte, groei en gestalte van de protestants-christelijke dag- en nieuwsbladpers (doctoraalscriptie Vrije Universiteit Amsterdam). VU Amsterdam.
Hoogerwerf, A. (1962). Het onderzoek van doeleinden in de wetenschap der politiek: Enkele opmerkingen over Arnold Brechts ‘Politische Theorie’. Mens en Maatschappij, 37(4), 253-261.
Hoogerwerf, A. (1964). Protestantisme en progressiviteit: Een politicologisch onderzoek naar opvattingen van Nederlandse protestanten over verandering en gelijkheid (proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam). Boom.
Hoogerwerf, A. (1968). De geachte afgevaardigde: Over de vertegenwoordigende rol van het parlementslid (openbare les Vrije Universiteit Amsterdam). Boom.
Hoogerwerf, A. (1969). Verandering van politieke stelsels (oratie Katholieke Universiteit Nijmegen). Samsom.
Hoogerwerf, A. (Red.). (1971). Verkenningen in de politiek, deel 1 en 2. Samsom.
Hoogerwerf, A. (1972a). Politicologie: Begrippen en problemen. Samsom (tweede druk 1979).
Hoogerwerf, A. (Red.). (1972b). Beleid belicht, deel 1 en 2. Samsom.
Hoogerwerf, A. (1977). Effecten van overheidsbeleid (oratie Technische Hogeschool Twente). TH Twente. Deze oratie is in 1977 ook verschenen in het tijdschrift Beleid en Maatschappij, 4(11), 302-315.
Hoogerwerf, A. (Red.). (1978). Overheidsbeleid: Een inleiding in de beleidswetenschap. Samsom (eerste druk, zesde tot en met negende druk in 1998, 2003, 2008 en 2014 met M. Herweijer, tiende geheel herziene druk in 2021 met M. Herweijer & A. J. G. M. van Montfoort).
Hoogerwerf, A. (Red.). (1983). Succes en falen van overheidsbeleid. Samsom.
Hoogerwerf, A. (1984a). Het ontwerpen van overheidsbeleid: Een handleiding met toelichting. Bestuurswetenschappen, 38(1), 4-23.
Hoogerwerf, A. (1984b). Beleid berust op veronderstellingen: De beleidstheorie. Acta Politica, 19(4), 493-533.
Hoogerwerf, A. (1986). Vanaf de top gezien: Visies van de politieke elite. Sijthoff.
Hoogerwerf, A. (1988). Bestuurskunde: De Twentse formule. In M. L. Bemelmans-Videc (Red.), Bestuurskunde in hoofdlijnen, Liber amicorum voor prof. dr. A. van Braam (pp. 49-61). Rijksuniversiteit Leiden.
Hoogerwerf, A. (1989). De beleidstheorie uit de beleidspraktijk: Een tussenbalans. Beleidswetenschap, 3(4), 320-341.
Hoogerwerf, A. (1990). Policy and time: Consequences of time perspectives for the content, processes and effects of public policies. International Review of Administrative Sciences, 56(4), 671-692.
Hoogerwerf, A. (1991). De markt als metafoor voor de politiek: Een kritiek op de grondslagen van de economische keuzetheorie. Beleidswetenschap, 5(2), 107-131.
Hoogerwerf, A. (1992a). The market as a metaphor of politics: A critique of the foundations of economic choice theory. International Review of Administrative Sciences, 58(1), 23-42.
Hoogerwerf, A. (1992b). Het ontwerpen van beleid: Een handleiding voor de praktijk en resultaten van onderzoek. Samsom H.D. Tjeenk Willink.
Hoogerwerf, A. (1993). Het verval van de politiek: Evenwichtsstoornissen bij blijvende dilemma’s van waarden (afscheidsrede Universiteit Twente). Universiteit Twente (gouden reeks).
Hoogerwerf, A. (1995a). Politiek als evenwichtskunst: Dilemma’s rond overheid en markt. Samsom H.D. Tjeenk Willink (tweede druk 2006).
Hoogerwerf, A. (1995b). Instituties en (ont-)institutionalisering. Beleidswetenschap, 9(2), 93-109.
Hoogerwerf, A. (1997). Elites in de democratie: De verleiding van de politicus. Samsom H.D. Tjeenk Willink.
Hoogerwerf, A. (1999). Christelijke denkers over politiek: Een oogst van twintig eeuwen. Ten Have.
Hoogerwerf, A. (2001). De onweerstaanbare gelijkheid: Een geschiedenis van het sociaal-politieke denken. Damon.
Hoogerwerf, A., Arentsen, M. J., & Klok, P. J. (1993). Om een aanvaardbaar beleid: Een studie over de maatschappelijke acceptatie van overheidsbeleid. CBOO.
Hoogerwerf, A., & Van den Doel, J. (Red.). (1975). Gelijkheid en ongelijkheid in Nederland: Analyse en beleid. Samsom.
Hoogerwerf, A. et al. (1971). Burgers kijken naar hun gemeente: Een politicologisch onderzoek inzake gemeentelijke democratie in Veldhoven. Katholieke Universiteit Nijmegen.
Hoogerwerf, A. et al. (Red.). (1978). Handboek beleidsevaluatie: Een multidisciplinaire benadering. Samsom (eerste druk met H. J. Blommestein & J. T. A. Bressers, latere drukken met J. T. A. Bressers).
Joldersma, F. (1993). De levensloop van problemen en beleid rond alcohol en drugs (proefschrift Universiteit Twente). Universiteit Twente.
Keman, H. (2015). Politicologie aan de VU: Van bijzonder naar mainstream. In R. B. Andeweg & B. Vis (Red.), Politicologie in Nederland: Van politisering naar professionalisering (pp. 51-65). NKWP.
Klok, P. J. (1991). Een instrumententheorie voor milieubeleid (proefschrift Universiteit Twente). Universiteit Twente.
Lieshout, R. H. (2015). De lange mars uit het isolement: Politicologie in Nijmegen, 1969-2014. In R. B. Andeweg & B. Vis (Red.), Politicologie in Nederland: Van politisering naar professionalisering (pp. 37-49). NKWP.
Maarse, J. A. M. (1983). Uitvoering en effecten van arbeidsmarktbeleid: Een bestuurskundig onderzoek naar het Aanvullende Werkgelegenheidsbeleid (proefschrift Technische Hogeschool Twente). TH Twente.
Pröpper, I. M. A. M. (1989). Argumentatie en machtsuitoefening in onderzoek en beleid (proefschrift Universiteit Twente). Universiteit Twente.
Reussing, G. H. (1983). Rawls en de ideologie van de verzorgingsstaat (doctoraalscriptie Vrije Universiteit Amsterdam). VU Amsterdam.
Reussing, G. H. (1991). Overleg en doorwerking van indicatief beleid: Provinciale afvalverwijdering. Beleidswetenschap, 5(2), 148-162.
Reussing, G. H. (1992). Handhaving van wetgeving: Van strafrecht naar administratief recht. Beleidswetenschap, 6(4), 299-312.
Reussing, G. H. (1996). Politiek-ambtelijke betrekkingen en het beginsel van de machtenscheiding (proefschrift Universiteit Twente). Twente University Press.
Reussing, G. H. (1997). Machtenscheiding en het beleidsproces. Beleidswetenschap, 11(3), 222-239.
Reussing, G. H. (2020). Geschiedenis van de (lokale) bestuurswetenschappen: Politicologie, beleidswetenschap en public choice. Bestuurswetenschappen, 74(1), 57-89.
Scholtens, H. N. (1994). Studiekeuze van meisjes als beleidsprobleem (proefschrift Universiteit Twente). Universiteit Twente.
Siemons, J. C. C. M. (1992). Occupational safety and health policy implementation: A comparison between Japan and the Netherlands (proefschrift Universiteit Twente). Universiteit Twente.
Thomassen, J. J. A., Aarts, C. W. A. M., & Denters, S. A. H. (2015). Politicologie aan de Universiteit Twente. In R. B. Andeweg & B. Vis (Red.), Politicologie in Nederland: Van politisering naar professionalisering (pp. 95-105). NKWP.
Torenvlied, R. (2016). Bestuurskunde voor de wereld van morgen (toespraak op het 40-jarig jubileumcongres van bestuurskunde in Twente 21 oktober 2016). Universiteit Twente.
Van der Doelen, F. C. J. (1989). Beleidsinstrumenten en energiebesparing (proefschrift Universiteit Twente). Universiteit Twente.
Van Heffen, O. (1993). Beleidsontwerp, resultaat en omgeving: De problematiek van randgroepjongeren in zeven Nederlandse gemeenten (proefschrift Universiteit Twente). Universiteit Twente.
Van Vught, F. A. (1982). Experimentele beleidsplanning Bestuurskundige expedities in de jungle van het planningsdenken (proefschrift Technische Hogeschool Twente). VUGA.
Vis, B. (2015). Andries Hoogerwerf: De politicologie als verruimer van de horizon (interview). In R. B. Andeweg & B. Vis (Red.), Politicologie in Nederland: Van politisering naar professionalisering (pp. 13-18). NKWP.
-
1 Gijs Kuypers is op zijn beurt in 1954 aan de VU bij André Donner gepromoveerd. Dat betekent dat André Donner de academische grootvader is van Andries Hoogerwerf. Zijn academische overgrootvader was VU-coryfee Victor Henri Rutgers. Alle drie de academische voorouders speelden een belangrijke rol in het protestantse verzet in WO II.
-
2 Harry Daemen werkte bij de sectie politicologie die onder leiding stond van Jacques Thomassen. In 1984 werd Jan van Deth de eerste eigen promovendus van Thomassen. Bas Denters startte zijn loopbaan in Twente als onderzoeker bij de sectie beleidsprocessen, later stapte hij als docent over naar de sectie politicologie.
DOI: 10.5553/Bw/016571942024078002003
Bestuurswetenschappen |
|
Redactioneel | Andries Hoogerwerf (1931-2024): leven en werk |
Auteurs | Rik Reussing |
DOI | 10.5553/Bw/016571942024078002003 |
Toon PDF Toon volledige grootte Samenvatting Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze |
Dit artikel is keer geraadpleegd. |
Dit artikel is 0 keer gedownload. |
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Rik Reussing, 'Andries Hoogerwerf (1931-2024): leven en werk', BW 2024-2, p. 11-19
Rik Reussing, 'Andries Hoogerwerf (1931-2024): leven en werk', BW 2024-2, p. 11-19
Andries Hoogerwerf, born in Delft on 11 March 1931, died at the age of 93 on 25 March 2024. In addition to the ‘In Memoriam’ by Bas Denters, Jacques Thomassen and Michiel Herweijer, this contribution contains a more detailed overview of his life and work, including the 17 PhDs students for whom he acted as supervisor. He will be missed by many, especially at a time when the values he promoted (liberty, equality, solidarity) have come under so much pressure nationally and internationally. |