DOI: 10.5553/BenM/138900692023050003008

Beleid en MaatschappijAccess_open

Reflectie & debat

Reactie: We moeten de heersende klasse een spiegel voorhouden

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Samenvatting Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Milio van de Kamp. (2023). Reactie: We moeten de heersende klasse een spiegel voorhouden. Beleid en Maatschappij (50) 3, 195-196.

    Reflection and debate initiates academically inspired discussions on issues that are on the current policy agenda.

Dit artikel wordt geciteerd in

      In onze eeuwige zoektocht naar een egalitaire samenleving is klasse als identiteit nagenoeg verdwenen uit het Nederlandse discours. Dit terwijl de mensen die de nadelige effecten van klasse ervaren, zoals armoede en kansenongelijkheid, altijd hebben geweten dat het springlevend en, wellicht, actueler dan ooit is. Elsässer en Schäfer (2022) beschrijven hoe de arbeidersklasse langzaam uit de politiek is verdwenen. Dit valt met name terug te zien in het gebrek aan representatie of, zoals Giger, Rosset en Bernauer (2012) schrijven ‘the poor political representation of the poor’. Het gebrek aan representatie, en dus ook macht, maakt dat middenklassenormen en -waarden de belangrijkste, na te streven waarden worden. De vraag is wat dit voor de welbekende term ‘sociale stijgers’ betekent. Het antwoord ligt verhuld in de dichotomie tussen ‘hoog’ en ‘laag’, beide moeten immers aanwezig zijn wil je kunnen stijgen (of dalen).

      Rijnders en collega’s kaarten in hun bijdrage dan ook terecht het probleem met deze term (en het gedachtegoed eromheen) aan. Mensen uit de arbeidersklasse worden, al dan niet door gebruik te maken van Matthys’ (2013) identiteitskapitaal, gedwongen om zich aan te passen aan de dominante klasse. De ‘stijging’, of het gevoel te hebben te moeten stijgen, heeft echter verregaande consequenties. Stijgen en dalen zijn immers geen neutrale termen, ze staan symbool voor winnaars en verliezers. Sociale stijging gaat daarom gepaard met een waardeoordeel en gaat verder dan alleen een stijging in inkomen; het representeert ook een stijging in waardigheid, het gevoel hebben dat je een beter mens aan het worden bent als je weer een trede op de ladder mag beklimmen.

      Het zou niet zo mogen zijn dat sociale stijgers of, beter gezegd, klassenmigranten zich pas gelijkwaardig voelen wanneer zij de normen en waarden uit de dominante klassen hebben geïnternaliseerd, zij hun achtergrond verloochenen of, zoals filosofe Jennifer Morton (2019) schrijft, de ‘ethische kosten’ van het migreren hebben betaald. De consequenties hiervan zijn namelijk groot. Klassenmigranten hebben veelal te maken met een misplaatst ‘sense of belonging’; Bourdieu en Passeron (1977) noemen dit het hysteresis-effect, het gevoel wanneer je ergens binnenkomt en merkt dat er een mismatch bestaat tussen de eigen habitus en de habitus die vereist is binnen een nieuw veld. Het zijn de negatieve sancties die je voelt wanneer je een nieuwe wereld binnenstapt die niet voor jou is gemaakt. Klassenmigranten/stijgers kunnen hierdoor in dubbele isolatie terechtkomen. Ze hebben het gevoel te moeten losbreken van hun arbeidersklasse-achtergrond enerzijds, maar worden ook niet volledig geaccepteerd in de nieuwe wereld. Dit idee noemen we ook wel een habitus clivé (Friedman, 2016), oftewel een ‘gespleten habitus’.

      Om klassenmigranten, en de arbeidersklasse in het geheel, te bevrijden moeten we de dominante normen en waarden zelf bevragen, de heersende klasse een spiegel voorhouden. Paolo Freire (1970) beschreef in zijn meesterwerk Pedagogy of the oppressed al dat een van de pijnlijke taken van de onderdrukten is om de onderdrukkers te overtuigen van hun onderdrukking. De verantwoordelijkheid voor de emancipatie van achtergestelde groepen mag echter niet louter in de schoenen van de onderdrukten geschoven worden. In een land waar klasse jarenlang werd weggeschoven als een achterhaald en irrelevant concept, is deze taak wellicht complexer dan ooit.

      Literatuur
    • Bourdieu, P., & Passeron, J-C. (1977). Reproduction in Education, Society and Culture. Londen: Sage.

    • Elsässer, L., & Schäfer, A. (2022). (N)one of us? The case for descriptive representation of the contemporary working class. West European Politics, 45 (6): 1361-1384. doi:10.1080/01402382.2022.2031443.

    • Freire, P. (1970). Pedagogy of the oppressed. New York: Continuum.

    • Friedman, S. (2016). Habitus clivë and the emotional imprint of social mobility. The Sociological Review, 64 (1): 129-147. doi:10.1111/1467-954X.12280.

    • Giger, N., Rosset, J., & Bernauer, J. (2012). The Poor Political Representation of the Poor in a Comparative Perspective. Representation, 48 (1): 47-61. doi:10.1080/00344893.2012.653238.

    • Morton, J.M. (2019). Moving Up without Losing Your Way: The Ethical Costs of Upward Mobility. Princeton: Princeton University Press.


Print dit artikel