Pak antisemitisme aan als vorm van discriminatie en racisme
-
Function creep
Met het werkplan van de NCAB kondigt de minister van JenV werkzaamheden aan die niet omschreven worden in het instellingsbesluit van de NCAB: op regelmatige basis gesprekken voeren met maatschappelijke organisaties, ministeries, het Openbaar Ministerie, de Nationale Politie en de Koninklijke Marechaussee. Vooral de samenwerking met de laatste drie organisaties duiden op function creep. Dit laatste is niet alleen ongewenst omdat ‘stiekeme’ functie-uitbreiding vanuit bestuurlijk en democratisch oogpunt ongewenst is, maar ook omdat er geen enkel bewijs is dat bestrijding van antisemitisme en racisme door middel van strafrechtelijke sancties werkt. Bovendien is het maar de vraag of het vergroten van de veiligheid van de getroffen groepen bijdraagt aan het bestrijden van antisemitisme (Fekete, 2020; Romeyn, 2020).
In reactie op een klacht van Handmaker, Nieuwhof, en de stichting Een Ander Joods Geluid over de werkwijze van de NCAB heeft een externe klachtencommissie de minister in het voorjaar van 2022 geadviseerd om het mandaat van de NCAB aan te scherpen (Scholten e.a., 2023). Dat advies heeft de minister terzijde gelegd. Sterker nog: in het NCAB-werkplan wordt dit mandaat juist onrechtmatig opgerekt.
-
Eerst definiëren
Nog in geen enkele publicatie heeft de NCAB duidelijk gemaakt wat nu precies onder antisemitisme verstaan moet worden. Dat is teleurstellend, want hoe kan een functionaris zijn werk doen als deze niet goed voor ogen heeft wat er bestreden moet worden? In de praktijk lijkt de NCAB de betwiste IHRA-werkdefinitie (IHRA, 2016) toe te passen, ook al heeft de regering aangegeven dat de voorbeelden bij die definitie niet mogen worden gebruikt (Minister van Justitie en Veiligheid, 2019). Die voorbeelden zijn gevaarlijk, want ze worden in de praktijk gebruikt om kritiek op de staat Israël af te doen als antisemitisch, evenals bepaalde acties ter ondersteuning van de rechten van Palestijnen. Onterechte beschuldigingen van antisemitisme verlammen het gesprek en beperken de verdedigers van de rechten van Palestijnen in hun vrijheid van meningsuiting (Handmaker, 2020). Op onze verzoeken om een discussie aan te gaan over de vraag hoe je antisemitisme definieert, is de NCAB tot dusver niet ingegaan.
Antisemitismebestrijders in Duitsland en bij de Europese Unie vallen op basis van de voorbeelden bij de IHRA-werkdefinitie dikwijls personen aan die opkomen voor de rechten van Palestijnen. Nu de NCAB dus de IHRA-werkdefinitie lijkt aan te hangen, maken wij ons zorgen dat dit ook in Nederland zou kunnen gebeuren. Wij zien op sociale media dat hij nauw optrekt met de buitenlandse collega’s die zich hieraan schuldig maken.
Een groep van 200 wetenschappers van voornamelijk joodse afkomst heeft de IHRA-werkdefinitie verworpen en stelt daar de Jerusalem Declaration on Antisemitism (JDA) tegenover (Jerusalem Declaration on Antisemitism, 2021). De JDA, alhoewel zelf ook voor kritiek vatbaar, is bedoeld om de valkuilen van de IHRA-werkdefinitie te omzeilen en de bezwaren ertegen en de gebreken erin te repareren. Van de NCAB had mogen worden verwacht dat hij in deze controverse aanleiding zou hebben gevonden zich publiekelijk te bezinnen op de grondslag van zijn werkzaamheden.
-
Joods leven
Hoewel evenmin onderdeel van de taakomschrijving, zet het NCAB-werkplan ook in op het belang van zogenoemd ‘joods leven’. De NCAB onderbouwt niet waarom. Mogelijk komt dit voort uit het idee dat meer bekendheid bijdraagt aan de vermindering van antisemitisme, maar dit wordt niet toegelicht. Bewijs voor de aanname dat meer bekendheid zou leiden tot minder haat ontbreekt.
-
NCAB naast NCDR
Het is merkwaardig dat er een aparte Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding is ingesteld naast de NCDR. De rechtvaardiging voor een aparte coördinator is niet duidelijk. Zelf schermt de NCAB met een toename van antisemitische incidenten in de afgelopen jaren, zonder een vergelijking te maken met de toename van incidenten van moslimhaat, en ondanks het feit dat incidenten vaak met elkaar verbonden zijn. Bovendien bestaat er geen systematische langjarige meting van antisemitische incidenten. Voorts is het op zijn zachtst gezegd inefficiënt dat de NCAB en de NCDR bij verschillende ministeries zijn ondergebracht, wat een coördinatieprobleem kan veroorzaken.
Wanneer we de aanpak van de NCAB met die van de NCDR vergelijken, zien we dat de NCAB een sterk accent legt op de veiligheid van de gediscrimineerde groep, i.c. joden, en dat hij de maatschappelijke discussie uit de weg gaat. De functionaris, Eddo Verdoner, lijkt het gesprek slechts te voeren met de conservatieve liberaal-joodse gemeenschap waaruit hij zelf afkomstig is. Diversiteit en inclusie ontbreken hierbij ten enen male, en daarom gaat hij niet in gesprek met andere groepen, zoals de kritische joodse groep Een Ander Joods Geluid, met niet-religieuze joden, met een brede kring van wetenschappelijk specialisten, vertegenwoordigers van mensenrechtenorganisaties, en andere betrokkenen.
Deze werkwijze van de NCAB staat in schril contrast met de op bewustwording gerichte aanpak en mensenrechtenbenadering van de NCDR-functionaris, Rabin Baldewsingh, die vooral is gebaseerd op artikel 1 van de Grondwet (gelijke behandeling):
‘In Nederland is iedereen voor de wet gelijk. Toch heeft niet iedereen gelijke kansen. Meer dan een op de vier Nederlanders ervaart discriminatie. Dat kent vele vormen, zoals racisme, seksisme, xenofobie, homofobie, transfobie, validisme, antisemitisme, antizwartracisme, moslimdiscriminatie en alle andere vormen van uitsluiting. Dit gebeurt tussen burgers onderling, maar soms ook door de overheid.
Te lang heeft de overheid gezegd dat institutionele discriminatie niet bestaat. Te lang heeft de samenleving gehoopt dat problemen vanzelf zouden verdwijnen. Maar wegkijken is geen oplossing. Nu is het moment om te erkennen dat ook in onze samenleving discriminatie leed en schade veroorzaakt.’ (Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, 2022) -
Rammelende aanpak
De oorspronkelijke rol van Yeşilgöz als wegbereider in de Tweede Kamer voor een afzonderlijke coördinator antisemitismebestrijding lijkt een probleem te zijn geworden nu zij minister is. Het heeft er veel van weg dat die beide rollen een correcte bestuurlijke aansturing van de functie van NCAB door de minister in de weg staan, doordat de minister niet meer kritisch tegenover het instituut NCAB kan staan. Nú kritiek leveren op het instituut en op de functionaris die die functie bekleedt haalt haar initiatiefnota van weleer onderuit, en dat is gezichtsverlies. Als gevolg daarvan is het de huidige ambtsbekleder vergund om te doen wat hij wil, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het feit dat de minister een werkplan naar de Kamer doorstuurt dat strijdig is met het instellingsbesluit van de functie. Ook staat het hem vrij om met selectief gekozen maatschappelijke groepen in gesprek te gaan en de rest van de maatschappij links te laten liggen.
En, zoals helaas maar al te vaak in het openbaar bestuur, ontbreekt er een wetenschappelijke onderbouwing van het beweerde of van de gebruikte methodes, zoals het geval is met de bewering dat antisemitische incidenten toenemen, of dat bekendheid geven aan (een beperkt aspect van) joods leven zou werken tegen antisemitisme. Degenen die hiermee het minst zijn gediend, zijn diegenen tegen wie antisemitisme zich richt.
Zowel het werkplan, als het optreden van de NCAB, als het afzonderlijke bestaan – los van de NCDR – geven de indruk dat er maar wat aan wordt gerommeld en dat de overheid geen goed plan heeft om een werkelijke bijdrage te leveren aan de bestrijding van antisemitisme. Dat plan moet de overheid ontwikkelen in een breed gevoerde discussie. Een eerste verbetering zou zijn om de functie van antisemitismebestrijder in te kaderen bij de NCDR.
Literatuur Fekete, L. (2020). Reclaiming the fight against racism in the UK. Race & Class, 61 (4): 87-95.
Handmaker, J. (2020). Lawfare against Academics and the Potential of Legal Mobilization as Counterpower. In: D. Landy, R. Lentin & C. McCarthy (red.), Enforcing Silence: Academic Freedom, Palestine and the Criticism of Israel. Londen: Zed Books, 233-260.
IHRA (2016). Working definition of antisemitism. Berlijn: International Holocaust Remembrance Alliance. www.holocaustremembrance.com/resources/working-definitions-charters/working-definition-antisemitism.
Jerusalem Declaration on Antisemitism (2021). www.jerusalemdeclaration.org.
Minister van Justitie en Veiligheid (2019). Antwoorden op Kamervragen nr. 3921. Kamerstukken II 2019/20, aanhangsel van de Handelingen.
Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (2022). Werkplan Antisemitismebestrijding 2022-2025. Den Haag: Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding. www.antisemitismebestrijding.nl/documenten/publicaties/2022/10/6/werkplan-antisemitismebestrijding-2022-2025.
Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (2022). Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme 2022. Den Haag: Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. https://np2022.bureauncdr.nl.
Romeyn, E. (2020). (Anti) ‘new antisemitism’ as a transnational field of racial governance. Patterns of Prejudice, 54 (1): 199-214.
Scholten, W.K., Handmaker, J.D., Nieuwhof A., & Hamburger, J. (2023). Aanpak Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding werkt averechts. The Rights Forum. https://rightsforum.org/opinie/aanpak-nationaal-coordinator-antisemitismebestrijding-werkt-averechts/, geraadpleegd op 3 april 2023.
Antisemitisme is een vorm van discriminatie en racisme. De bestrijding hiervan vraagt vooral om bewustwording, begrip en inclusie. Helaas ziet de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) antisemitisme vooral als een probleem van veiligheid. Dat is contraproductief.
Per 1 april 2021 heeft de toenmalige minister van Justitie en Veiligheid (JenV) een NCAB aangesteld voor een periode van veertien maanden. De laatste twee maanden daarvan waren bestemd voor evaluatie. Deze evaluatie is echter komen te vervallen omdat het ministerie meende dat daartoe geen aanleiding meer was nu bij het regeerakkoord is besloten tot structurele financiering.
Ondanks het ontbreken van een evaluatie heeft de minister van JenV, Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD), het Werkplan Antisemitismebestrijding 2022-2025 van de NCAB in oktober 2022 aan de Tweede Kamer toegestuurd (Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding, 2022). Als lid van de Tweede Kamer en van de Parlementaire Commissie JenV was zij samen met haar collega Gert-Jan Segers (CU) een van de initiatiefnemers van het instellen van de NCAB.
In het NCAB-werkplan valt op dat een heldere definitie van antisemitisme en een duidelijke visie op de aanpak daarvan ontbreken. Wel schijnt er een werkhypothese onder het plan te liggen dat bekendheid geven aan ‘joods leven’ zou leiden tot vermindering van antisemitisme. Er staan plannen in om met opsporings- en veiligheidsdiensten samen te werken. En tot slot blijft onduidelijk hoe een aparte antisemitismebestrijder zich verhoudt tot de eveneens ingestelde functie van Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR). Deze laatste functie is ingesteld per 15 oktober 2021 en ondergebracht bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.